dinsdag 15 januari 2013

Leesverslag 'De donkere kamer van Damokles' Willem Frederik Hermans


Leesverslag algemeen



1.       1.     Algemene informatie

A    Titel: De donkere kamer van Damokles
 Auteur: Willem Frederik Hermans
 Plaats van uitgave, jaar van uitgave, druk 
(jaar van eerste uitgave): Amsterdam, 2012,       
 eerste druk in 1958 ( het boek dat ik gelezen heb is een editie    voor scholieren uitgegeven voor Nederland Leest)
Aantal pagina’s: 319 pagina’s
      
               
 B Het genre: het is een psychologische oorlogsroman

 C  Een korte samenvatting van het boek:


Samenvatting[1]

Henri Osewoudt gaat op 12-jarige leeftijd naar zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Dit doet hij nadat zijn moeder in een vlaag van waanzin zijn vader, die in Voorschoten een sigarenwinkel had, vermoord heeft. Hij volgt een middelbare-schoolopleiding, maar heeft met niemand contact, behalve met zijn nicht Ria, die 7 jaar ouder is. Beiden zijn lelijk. Henri heeft bolle wangen, wit zijdeachtig kortgeknipt haar, geen baardgroei, en, vanwege de judosport vergroeide voeten: hij ziet eruit als een rechtopstaande pad. Bovendien heeft hij een te hoge stem. Ria's haar heeft de kleur van pakpapier en ze heeft een zeer spitse onderkaak en te lange tanden. Op 18-jarige leeftijd trouwen ze. Henri zet de zaak van zijn vader voort. Zijn moeder woont bij hen in, en Moorlag, die staatsexamen wil doen, heeft ook een kamer bij hen.

Henri wordt afgekeurd voor militaire dienst, omdat hij een halve centimeter te klein is. Wel is hij bij de Burgerwacht en bij het uitbreken van de oorlog krijgt hij de opdracht bij het postkantoor op wacht te staan. Hij komt in contact met een luitenant van de landmacht, die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt als twee druppels water op Henri, met dat verschil, dat hij het 'geslaagde exemplaar' is, en de eigenschappen bezit, die Henri graag had willen hebben. Van Dorbeck krijgt Henri een filmpje, dat ontwikkeld moet worden. Na de capitulatie geeft Henri D. een kostuum te leen, en begraaft hij D's uniform in zijn tuin. D. brengt later het kostuum terug en geeft Henri nog enkele films. Deze moeten ontwikkeld worden en dan naar E.Jagtman, Legmeerplein 25-111 in A'dam-West worden opgestuurd. Als de films zijn ontwikkeld, staan er alleen zwarte vlekken op, zodat Henri ze niet durft op te sturen. In plaats daarvan koopt hij een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten.

Via opdrachten van D. raakt Henri bij het verzet betrokken. Hij moet bijv. samen met ene Zewuster in de Kleine Houtstraat in Haarlem twee mannen neerschieten. Daarbij wordt hij gevolgd door de zoon van de drogist in Voorschoten, en verraden. Als Henri het filmpje ontwikkelt, dat D. hem in de meidagen van '40 gaf, staat op één van de foto's D. met twee vriendinnetjes voor het huis in de Kl. Houtstraat. De hele familie Jagtman komt om het leven als een brandend vliegtuig op hun huis neerstort.

Henri krijgt dan in '44, nadat hij drie jaar niets van D. heeft gehoord, een brief met het verzoek de foto's te zenden naar Postbus 234 in Den Haag. Hij gaat kijken wie de brief ophaalt: het blijkt een heilsoldate te zijn. Enkele dagen later wordt hij opgebeld door ene Elly Spenkelbach Meijer. Zij zegt dat ze uit Engeland komt en toont hem later een van de foto's, die hij aan D. heeft gestuurd. Hij brengt haar dan naar oom Bart, maar als hij in Voorschoten terugkomt, hoort hij van Moorlag, dat de Duitsers hem hebben opgewacht en zijn moeder en Ria opgepakt zijn. In Leiden krijgt hij een nieuw persoonsbewijs dat op naam van Filip van Druten staat.

Hij wordt verliefd op het meisje Marianne Sondaar (de ondergedoken joodse studente Mirjam Zettenbaum), dat zijn haren zwart verft. Zelf duikt hij onder aan de Zoeterwoudse singel, en gaat foto's ontwikkelen voor Labare. Hij beseft hoezeer hij veranderd is, en vindt, dat D. 'een ander mens' van hem heeft gemaakt. Hij ontmoet Marianne opnieuw, die voor hem de valse papieren naar Elly wil brengen. Zij blijkt echter al verdwenen.

Hij krijgt een nieuwe opdracht van D.: hij moet in de stationswachtkamer van Amersfoort een vrouw in leidsteruniform van de Nat. Jeugdstorm ontmoeten. Samen gaan ze naar Lunteren om de Gestapoman Lagendaal uit de weg te ruimen. De vrouw wordt later in de trein aangehouden; Henri wordt gearresteerd als hij met Marianne in de bioscoop zit en op het doek een oproep tot zijn aanhouding verschijnt. Hij wordt gemarteld, opgenomen in een ziekenhuis, en weer bevrijd. Als hij bij Labare Marianne opnieuw ontmoet, toont hij haar zijn gevoelens over D. en zichzelf: "Ik heb nooit geweten, dat ik het mislukte exemplaar was tot ik D. ontmoette." Hij vindt dat hij alleen bestaansrecht kan krijgen, als hij D's opdrachten uitvoert.

's Nachts wordt hij weer gearresteerd en later door Ebernuss bevrijd. Deze is op zoek naar Henri's dubbelganger D.. In een clandestiene sociëteit voor ondergrondse helden, denkt Henri D. te herkennen. Hij krijgt gif om Ebernuss te vermoorden, en daarna gaan ze er samen in Ebernuss' auto vandoor. In een leegstaand huis maakt Henri met de Leica van Ebernuss voor de spiegel een foto van D. en zichzelf. D. vertelt hem, dat Ria samenwoont met de verrader, de zoon van de drogist in Voorschoten. Henri krijgt een verpleegstersuniform om Marianne, die zwanger is, in de kraamkliniek te kunnen bezoeken. Als hij daar aankomt, krijgt hij het lijkje van zijn kind te zien, en loopt huilend weg. Hij vermoordt eerst Ria, daarna de Duitser, die hem een lift had gegeven, en vraagt dan een pastoor om hulp.

Met hulp van een illegale arts komt hij de grens tussen het bezette en het door de geallieerden bevrijde gebied over naar Breda. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Hij gaat dan weer naar Nederland, maar wordt ook daar niet vrijgelaten. Er wordt namelijk beweerd, dat in de Duitse stukken staat, dat hij een handlanger van de Duitsers is. Er is niemand die het tegendeel kan bewijzen. Dorbeck is onvindbaar, Jagtman en Moorlag zijn dood, Mirjam is in Israël. Als Henri het filmpje ontwikkelt, waarop hij samen met D. op de foto zou staan, blijkt deze foto mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.


Verwachtingen

Ik ben dit boek gaan lezen, doordat ik van een aantal mensen hoorde dat dit boek erg mooi was. Ook is dit boek vorig jaar als editie voor scholieren gedrukt ter gelegenheid van Nederland Leest, dat is natuurlijk niet zomaar gedaan. Hierdoor ben ik op het idee gekomen dit boek te gaan lezen.

 De verwachtingen die ik van dit boek had waren erg hoog en dit vooral doordat het, zoals ik al eerder zei, ter gelegenheid van Nederland Leest gedrukt was in een editie voor scholieren. Verder had ik nog nooit een boek van Willem Frederik Hermans gelezen, dus ik had niet echt een bepaalde verwachting van hoe het boek zou zijn.


2. Motieven en Thema

Motieven

In dit boek zijn er verschillende motieven die telkens terugkomen:

1    - De tram: In het verhaal komt erg vaak een tram voor en deze wordt dan ook bij veel belangrijke gebeurtenissen in het verhaal genoemd .
2  -Spiegels: overal in het verhaal kom je spiegels tegen. Dit is omdat Osewoudt op zoek is naar zijn eigen identiteit in het verhaal. Hij ziet wanneer zijn haar zwart is geverfd, dat hij erg op Dorbeck lijkt.  Dorbeck is dan ook de persoon die hij graag wilt zijn en dat wordt elke keer als hij in de spiegel kijkt benadrukt.
3   -Gebrek aan eigen identiteit: dit motief komt vaak terug in het verhaal en is eigenlijk samen met de spiegels één motief te noemen. Osewoudt noemt namelijk vaak in het boek dat hij de mislukte versie van Dorbeck is. Deze twee personages worden ook erg veel vergeleken in het boek en zijn vrijwel hetzelfde. Dorbeck is de ‘betere’ versie van Osewoudt volgens Osewoudt zelf.
4       -Oorlog: De oorlog is ook erg belangrijk in dit verhaal. Het speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog en dat is duidelijk merkbaar, vooral aan het verraad dat in het verhaal voorkomt.
5      -De Leica van Osewoudt: Dit is een belangrijk voorwerp in het boek, alleen hiermee kan Osewoudt zijn onschuld bewijzen. Dit voorwerp zorgt ervoor dat hij uiteindelijk dood gaat, omdat hij zijn onschuld toch niet kon bewijzen.
6     -Het laatste en belangrijkste motief is het dubbelgangermotief: Osewoudt en Dorbeck worden in het boek erg vaak met elkaar vergeleken en lijken ook erg veel op elkaar. Het zijn dus eigenlijk dubbelgangers. In het boek probeert Osewoudt opdrachten voor zijn dubbelganger uit te voeren. Dit is dan ook de rode draad van het boek.

Thema

Het thema in het boek is de waarheid of eigenlijk het bewijzen van de waarheid. In de oorlog was het erg moeilijk om de waarheid aan te kunnen tonen, vooral omdat er zoveel dingen zijn die niet te bewijzen vallen. Dit heeft ook betrekking op de hoofdpersoon Henri Osewoudt. Hij moet de waarheid aantonen om aan de dood te ontkomen. Dit lukt hem helaas niet.


3. Beoordeling

a   -Schrijfstijl

De schrijfstijl van Willem Frederik Hermans vond ik erg goed en gedetailleerd. Door de stijl van de schrijver bleef ik  lezen en  wilde het boek eigenlijk niet weg leggen. Hij zorgt er op een aparte manier voor dat je geboeid bleef en van de ene opdracht naar de andere opdracht wilde weten hoe het verder gaat met Osewoudt. Verder Beschrijft Hermans de personages uit het boek heel uitgebreid, maar toch op zo’n manier dat het eigenlijk wel grappig is. Bijvoorbeeld als hij Ria beschrijft:

Er was geen enkele plaats op haar lichaam waar je haar kon aanraken zonder onmiddellijk haar skelet te voelen. Haar haren hadden de kleur van pakpapier, zij had een lange spitse onderkaak en ook haar tanden waren te lang. Haar tanden vormden geen sieraad van de mond, of zelfs maar een wapen, maar eerder de afsluiting ervan, iets als de knip op een portemonnaie (pagina 19)

In dit stuk zie je ook de uitgebreide manier van beschrijven, maar wel op zo’n woordkeuze dat het leuk blijft om te lezen. Verder vind ik dat de schrijver goed duidelijk maakt als er iets erg belangrijk is. Dit benadrukt hij vaak met korte krachtige zinnen, dit valt je als lezer erg op. Dit komt er naar voren in het eind van het boek waar het erg spannend wordt en vooral deze zinnetjes springen er dan echt uit. Een voorbeeld hiervan :

Waar is Dorbeck? Hij moet gevonden worden! Het moet! Het moet!  (pagina 316)

b    - Inhoud

Personages

In het boek komen ontzettend veel personages voor. De hoofdpersoon Henri Osewoudt wordt in dit boek erg vergeleken met Dorbeck. Het zijn eigenlijk een soort dubbelgangers van elkaar, dit komt dan ook het hele boek terug. Osewoudt voert in het boek opdrachten uit voor Dorbeck, maar in het eind van het boek zet de schrijver je aan het denken. Is Dorbeck een echt bestaand personage of verzint Osewoudt hem zelf? De personages zijn dus anders dan in andere boeken.

Tijd

De tijd is een erg belangrijk punt in dit verhaal, vooral omdat het erg vaak terug komt in het boek. Het speelt zich namelijk af in de Tweede Wereld Oorlog, en dat komt ook duidelijk naar voren. Dit brengt natuurlijk spanning met zich mee, en zorgt voor de spanning in het boek. Zou het niet duidelijk worden gemaakt in welke tijd dit boek zich afspeelt, dan begrijp je veel dingen die in het verhaal voorkomen niet.


4. Eindoordeel






Ik vond het een erg mooi boek. Een boek waarin de personages erg goed en uitgebreid beschreven worden, maar wat toch niet saai is. Ook komen de gevoelens van de hoofdpersoon goed naar voren. Je voelt goed mee met Osewoudt en hoe hij zoekt naar zijn eigen identiteit. Dit maakt het erg boeiend, vooral ook omdat hij zichzelf als een mindere versie van Dorbeck ziet voel je met hem mee.
Een voorbeeld hiervan:

Ik kan mijn haar niet altijd zwart blijven verven en al deed ik het, ik zou nooit een man als Dorbeck zijn, ik lijk wel op hem, maar niet helemaal.

Pagina 166

Verder Is het ook heel spannend om te lezen en kan je van te voren niet echt voorspellen wat er gaat gebeuren. Je verwacht wel dat Osewoudt uiteindelijk ook verraden gaat worden en dat hij in de cel komt, maar je weet niet hoe en waarom. Ook op het einde van het verhaal kom je achter dingen die je van te voren nooit verwacht had. Zoals de vraag over Dorbeck echt is of niet. Henri voert opdrachten voor hem uit en hij wordt ook als echt beschreven in het boek. Toch brengt de schrijver je op het eind aan het twijfelen als Henri met de psychiater gaat praten. Dit vind ik ook erg goed aan het boek, het is niet voorspelbaar.

-Ik had het… Als ik Dorbeck nooit ontmoet had… 
- Die Dorbeck- geschiedenis, geloof je daar zelf in?
- Wat bedoelt u?
- Geloof je werkelijk dat Dorbeck bestaan heeft, dat je hem herhaalde malen ontmoet hebt en dat hij je allerlei opdrachten heeft gegeven?

Pagina 303


5. Bronnen

1   - http://www.boekverslag.nl/Verslag/De+donkere+kamer+van+Damocles/ 
     -   http://nl.wikipedia.org/wiki/De_donkere_kamer_van_Damokles



[1] http://www.boekverslag.nl/Verslag/De+donkere+kamer+van+Damocles/ 

2 opmerkingen:

  1. Hee Marsha,
    Ik vind dat je een goed leesverslag hebt geschreven! Je legt duidelijk uit wat je goed vindt aan het boek. Deze argumenten verduidelijk je nog met goede citaten.
    De volgende keer kan je ook nog benoemen wat je een minder sterk punt van het boek vond. Daarnaast had je misschien een betere samenvatting kunnen zoeken. Ik begreep het verhaal niet vanuit de samenvatting want er waren heel veel details en namen beschreven.
    Voor de rest vond ik alles duidelijk en goed uitgelegd!
    Groetjes, Noor

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Marsha,

    Een goed leesverslag!
    Het is helemaal compleet en je legt duidelijk uit waar het boek over gaat.
    Je mening komt goed naar voren.
    De samenvatting was wat aan de lange kant, maar verder is het een goed verslag.

    Groetjes Laura

    BeantwoordenVerwijderen