vrijdag 9 november 2012

Leesverslag "Een Schitterend Gebrek" Arthur Japin


Leesverslag Algemeen

Een Schitterend Gebrek

Algemene informatie

Titel: Een schitterend gebrek

Auteur: Arthur Japin
Plaats en jaar van uitgave, druk: Amsterdam, september 2003, 40e druk
genre: Dit boek is een historische-roman.




Het boek vertelt het verhaal van Giacomo Casanova en wordt verteld door zijn eerste liefde, Lucia. Terwijl zij springt tussen het heden en het verleden, vertelt zij haar verhaal, het verhaal dat Casanova zelf nooit zal kennen.
Haar jeugd brengt Lucia door op het vredige platteland van Noord Italië. Nooit heeft zij zorgen en altijd kan zij rustig rondfladderen in de natuur. Dan komen de voorbereidingen van het huwelijk van de dochter van de gravin eraan. De gravin is de eigenaresse van het landgoed waar Lucia werkt. Lucia is de dochter van twee bedienden, die al geruime tijd in dienst zijn van de gravin. De gravin ziet Lucia als familie en gaat erg vertrouwd met haar om. Als het personeel voor de voorbereidingen van het huwelijk aankomt, valt Lucia’s blik meteen op twee jongemannen. De gebroeders Fransisco en Giacomo Casanova spreken haar meteen aan. Vooral Giacomo, dus zorgt zij er met een list voor dat hij een vertrek dicht bij dat van haar krijgt. Zo brengt zij hem iedere morgen zijn eten en brengt zij veel tijd door op zijn kamer of bij hem in bed. Maar Giacomo vindt haar nog te jong om het echte genot te kunnen beleven, dus onthoudt hij zich van het liefdesspel. Dan moet hij weer gaan, maar spreken zij af elkaar eeuwig trouw te zijn. Hij zal na een halfjaar terug komen en dan zullen zij trouwen. Zij zullen samen een gelukkig leven opbouwen in Venetië en alles zal mooi zijn.
In de tussentijd wordt Lucia’s kennis bijgespijkerd door een bijlesleraar, die het noodlottige lot treft de ernstige ziekte, de pokken, op te lopen. Hij gaat dood en dan wordt ontdekt dat Lucia besmet is.
Lucia overleeft, maar de schade is enorm: haar gezicht is voor altijd ontsierd door afzichtelijke littekens.
En daar beginnen de problemen. Lucia wil dolgraag trouwen met Giacomo, maar ze wil hem de vernedering van een lelijke echtgenote niet aandoen: zijzelf, maar ook haar man zal door haar lelijkheid nooit geaccepteerd worden in de societykringen van Venetië. Wat moet ze doen?

Wanneer ik echter tegen mijn gevoel in zou gaan en hem vrij zou laten, zou hij zijn dromen kunnen najagen en waarmaken. Ik zou dan wel ongelukkig zijn maar troost vinden in de wetenschap dat hij ten minste gelukkig was. Misschien zou hij even droevig zijn om mij, maar vast niet lang wanneer ik het zo speelde dat hij meende dat ik hem verraden had. Dan zou hij kwaad zijn, mij verwensen en uiteindelijk vergeten.
Zo redeneerde ik.
In het eerste geval zouden er twee ongelukkig zijn, in het laatste geval slechts een.
De keus leek mij eenvoudig.

Lucia handelt op de automatische piloot: ze vlucht en ziet Giacomo nooit meer. Na vele omzwervingen, waarbij ze in een verlichte feministenbeweging terecht komt, maar ook als vieze prostituee elke schurftige klant moet aannemen vanwege haar lelijkheid, wordt Lucia een dure hoer in Amsterdam. Ze hult zichzelf in sluiers, waardoor ze voor haar klanten extra aantrekkelijk - want mysterieus - is. Dan komt ze Giacomo opnieuw tegen: hij noemt zich Seingalt en is een vrouwenverslinder geworden die later, in onze tijd, bekend zal staan als Casanova.
Seingalt pocht dat hij nog nooit een vrouw ongelukkig heeft gemaakt, Lucia schept op dat zij nog nooit echt verliefd is geworden. Beiden gaan een weddenschap aan: Giacomo zal proberen Lucia te winnen en Lucia moet hem op de een of andere manier haar eigen verhaal vertellen. Maar de sluier en het verleden staan alle openheid in de weg.

Wat volgt is een geniaal en subtiel spel met liefde als inzet. Maar een spel moet men spelen met de hersenen, niet met het hart, anders wint men niet. Lucia raakt verstrikt in haar eigen gevoelens, die ze, sinds haar vlucht, niet meer heeft toegelaten. Uiteindelijk bedenkt zij een geniaal plan; ze schrijft hem als de vrouw met de sluier een brief waarin ze zijn weddenschap aanneemt en hij haar voor zich mag winnen. Een week lang hebben ze geweldige seks en voelt zij zich helemaal goed. Maar dan moet zij uiteindelijk toch op de een of andere manier haar verhaal kwijt. Zij schrijft hem nog een brief; waarin zij vertelt dat ze weet wie Lucia is en dat hij haar kan zien bij een hoerenhuis in de stad. Hij gaat erheen en zij is daar, zonder sluier. Het verband tussen Lucia en de vrouw met de sluier kent hij niet en zal hij ook nooit ontdekken. Hij vindt Lucia afschrikwekkend en voelt zich schuldig dat zij terecht gekomen in zo’n milieu. Zij wil niet dat hij zich schuldig voelt en geeft zichzelf de schuld. Ze zegt hem dat als ze echt van hem zou hebben gehouden, zij nooit uit elkaar zouden zijn gegaan. Hij vertrekt en schrijft nog een brief aan de vrouw met de sluier. Dat hij Lucia liever niet had gezien en dat zij de weddenschap gewonnen heeft.
Zij is ondertussen zwanger van hem en heeft een onzekere toekomst voor zich. Met kind zal zij niet kunnen prostitueren en de enige die haar zekerheid kan bieden is meneer Jamieson. Hij is al tijden lang gek van haar en heeft zijn vaste avond in de week dat hij bij haar komt om van haar diensten gebruik te maken. Zij besluit op het laatste moment alsnog met hem mee te gaan naar Amerika en krijgt uiteindelijk na haar eerste kind, Jacob, nog twee kinderen van hem.
Hiermee eindigt het boek en zijn de twee geliefden voor altijd uit elkaar’s armen gedreven.

Verwachtingen

Ik ben het boek gaan lezen, omdat ik op verschillende sites vond dat dit een erg mooi boek was om te lezen en de korte inhoud op de achterkant van het boek mij aansprak. Mijn verwachtingen waren dat het boek gaat over liefde. Ook denk ik dat Lucia en  Giacomo elkaar uiteindelijk weer ontmoeten. En omdat de verhaallijn van het boek zich afspeelt rond 1750, zal je ook duidelijk wel de verschillen merken in normen en waarden van toen en nu.

Motieven en Thema

Motieven

Er zijn verschillende motieven die telkens terugkomen in het boek:

1. De sluier van Lucia: Deze sluier draagt ze in Amsterdam de littekens op haar gezicht te verbergen. De sluier wordt een aantal keren benadrukt. Ook is het door de sluier dat Giacomo het verschil niet ziet tussen ‘de twee Lucia’s ‘ (Lucia die zich voordoet als Galathée, en Lucia als zichzelf).
2. Spiegeltje dat ze van haar opa had gehad met de heilige Lucia: Ook dit wordt telkens weer genoemd in het verhaal. En komt ook bij het einde aan bod. Ze heeft het om als ze Giacomo weer ontmoet na vele jaren als zichzelf: Lucia zonder sluier. Hierdoor zou hij kunnen weten dat zij het is. Ook is het zo dat haar opa dit speciaal voor haar gemaakt had.
3. Liefde: Het hele boek draait om liefde, wat liefde precies inhoud, wat echte liefde is, en wat liefde voor iemand betekent. Hierbij gaat het om de liefde tussen Lucia en Giacomo, maar ook over prostitutie (liefde voor geld).

Het thema

Het thema van een schitterend gebrek is overduidelijk liefde en dan vooral ontdekken wat liefde is en wanneer iets echte liefde is. Dit wordt beschreven aan de hand van het verhaal van Lucia en Giacomo. Zij zijn elkaars eerste liefde en ontmoeten elkaar vele jaren later weer in Amsterdam, zonder dat ze gelijk weten van elkaar wie ze eigenlijk zijn. Ze hebben namelijk hun namen veranderd. Later ontdekt Lucia wie dat de man eigenlijk Giacomo, en ze praten over wat zij vinden wat de liefde inhoud.

Beoordeling

De schrijfstijl:

De schrijver legt in zijn verhaal heel gedetailleerd uit wat er gebeurd, verder leest het boek vrij snel. Je komt er dus makkelijk door heen. Toch zitten er ook wel lastige woorden in, deze woorden zijn komen dan meestal uit de tijd waarin het boek zich afspeelt en worden nu niet meer gebruikt. Ook maakt de schrijver opvallend veel gebruik van korte zinnetjes om iets duidelijk te maken, en te benadrukken. Dit wordt dan ook erg veel gebruikt door het boek heen. Ook op het einde komt dit voor, de laatste twee zinnen van het boek zijn dan ook:

“Ik heb losgelaten.
Ik ben niet onder gegaan.”

(Pagina 235)


De inhoud:

Tijd
Het verhaal speelt zich af rond 1750, en dat merk je ook aan het verhaal. De mensen in deze tijd hebben andere normen en waarden, hierdoor besef je dat er soms dingen heel anders gaan dan in deze tijd en Het verhaal is niet in chronologische volghorde verteld.

Vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit de ogen van Lucia, die zichzelf ook wel Galathée noemt. Lucia vertelt het verhaal vanuit de ik-vorm. Je leest dan ook alleen haar gedachten en gevoelens, en niet die van de andere personen. Hierdoor leef je erg met Lucia mee.


Eindoordeel






Ik vond het boek een erg mooi boek, waarin mooi verteld wordt hoe Lucia omgaat met de tegenslagen zoals de verminking aan haar gezicht en het moeten laten gaan van haar eerste grote liefde Giacomo. Vooral het stukje over dat tolerantie anders is dan acceptatie vond ik erg mooi:

“Hierdoor duurde het even voor ik doorzag wat de Hollanders zelf allang wisten, dat tolerantie iets anders is dan acceptatie, ja eerder het tegenovergestelde, en dat zulke verdraagzaamheid tegelijk en slim middel tot onderdrukking is.”

Pagina 169

Het boek is niet alleen mooi om te lezen maar heeft ook nog een soort van boodschappen in zich. Bijvoorbeeld dat je kennis nodig hebt maar dat het ook voor gemis kan zorgen zoals op pagina 87 gezegd wordt:

“kennis wijst ons op gemis, het is een verworvenheid maar zoals iedere rijkdom beroof het ons van onze zorgeloosheid en van onze onschuld”


Mijn verwachtingen van het boek zijn uitgekomen, er zijn verschillen te vinden in normen en waarden van rond 1750 en nu. Dat zie je ook goed terug in het boek. Ook klopt het dat het hoofdthema liefde is en Lucia en Giacomo elkaar weer vinden.

Bronnen:

Als voetnoten vermeld.
<!--[if !supportFootnotes]-->

<!--[endif]-->
<!--[if !supportFootnotes]-->[1]<!--[endif]-->http://www.samenvattingen.com/documenten/9483775/Een+schitterend+gebrek+Japin%2C+Arthur/?q=een%20schitterend%20gebrek

dinsdag 30 oktober 2012

Webquest Arthur


Opdrachten hoofdstuk 1

1.    Bij geschiedenis heb je les gehad over de Middeleeuwen. Schrijf in trefwoorden op wat je nog weet van de Middeleeuwen.

Ridders, kastelen, landbouw, monniken, van 500-1500 nChr. , weinig mensen die konden lezen en schrijven, uitbraak van besmettelijke ziektes, geloof speelde een grote rol in het dagelijks leven, boeren, veel macht voor de adel en kerk, grootste deel van de bevolking was boer, veel armoede.

2.    Zoek op wat de drie voornaamste verschillen zijn tussen Karel- en Arturromans. Maak hierbij gebruik van je literatuurboek of bijvoorbeeld van het hoofdstuk ridderliteratuur op Internet.

De Karelromans staan meestal in het teken van oorlog en massa-gevechten. De Athurromans daarentegen staan in het teken van individuele avonturen, de hoofse liefde, tweegevechten en toernooien. Het tegenovergestelde dus. Want i.p.v. oorlog zoals in de Karelromans gaat het in de Arthurromans over individuele avonturen. Ook gaat het in de Arthurromans om tweegevechten en niet zoals in de Karelromans over massa-gevechten. En het derde verschil is dat in de Arthurromans de hoofse liefde voorkwam en in de Karelromans niet.

3.    Vertaal de eerste 25 verzen van de Arturroman Ridder metter mouwen in het Nederlands.

Ons vertelt het avontuur.
Dat koning Arthur op dit uur
Hield een hof zo heel erg groot
In die stad te Kardeloet
Op Pinksterdag
Dat men niet gelijk zag
Dat de koning een kroon droeg
En de koningin ook
Daar waren veel ridders te paard.
Dapper en voortreffelijk
De koning had ook laten maken
Van rood fluweel een kostbare stof
Een mantel en een rok, vijfhonderd paar,
Vol hermerijns en helder wit
En met blauw zijde gevoerd
Daar waren de ridders en de jonkvrouwen
Met de klederen en de goederen
Uitgedost, die hen goed stonden,
Daar waren 5000 ridders snel
Voortreffelijk , erg goed
Degene die de mis bij wonen
Veel ridders waren uitverkoren
Erec en Ydier, weet dat zeker
Gingen voor de koning daar
Met twee gulden roeden

Opdrachten hoofdstuk 2

1.    Leg uit wat de uitdrukking monnikenwerk - letterlijk en figuurlijk - te maken heeft met het schrijven van boeken in de Middeleeuwen.

In de Middeleeuwen was het werk van de monniken voornamelijk het overschrijven van boeken. Dat was een verschrikkelijke klus, omdat men vaak werkte onder slechte omstandigheden en heel de tijd geconcentreerd moest zijn. Ook moest men constant in dezelfde houding zitten. Het was dus niet erg leuk om te doen. Letterlijk betekent monnikenwerk dan ook het schijven van een boeken omdat dat in de middeleeuwen alleen door monniken gedaan werd. Met de uitdrukking monnikenwerk  wordt bedoeld dat iets zwaar werk is en lang duurt. Die betekenis heeft dan ook te maken met dat de monniken in de middeleeuwen boeken overschreven. Dat was ook zwaar en duurde erg lang.

2.    Er zijn prachtige middeleeuwse handschriften bewaard gebleven.
 Bijvoorbeeld de Spieghel Historiael van Jacob van Maerlant. Bekijk een bladzijde van dit boek en omschrijf kort de betekenis van de volgende termen: gehistoriseerde initiaal, miniatuur, rubriek, lombarde, marginalia.

gehistoriseerde initiaal: Grote versierde beginletter
miniatuur: Met de hand geschilderde afbeelding in een middeleeuws boek.
rubriek: Met rode letters aangegeven regel in een manuscript om  de titel onder de aandacht te brengen.
lombarde: Middeleeuwse sierletter
marginalia: kanttekeningen


Opdrachten hoofdstuk 3

1.    Tegenwoordig hebben romans een titelpagina. Dat is eigenlijk al zo sinds de boekdrukkunst. Probeer te verklaren waarom middeleeuwse handschriften niet zo'n pagina hebben. Betrek in je antwoord de productie van boeken en de paragraaf lezen en luisteren. Geef ook aan waarom de middeleeuwse drukkers de titelpagina hebben uitgevonden.

Middeleeuwse handschriften hadden waarschijnlijk geen titelpagina omdat het eigenlijk niet nodig was. De meeste verhalen die werden verteld in die tijd, niet gelezen. Het was dus onnodig om een titel pagina te hebben als het toch niet door iemand bekeken werd, en het kostte veel tijd die beter aan een ander boek besteed kon worden. Toen de boeken gedrukt werden werd het ook echt als boek verkocht en moest men natuurlijk wel kunnen zien om welk boek het ging. Daarom is de titel pagina erg handig zo kon men zien welk boek het was, aangezien er veel meer boeken waren dan voorheen.



2.    Leg uit hoe het komt dat elk middeleeuws boek een uniek exemplaar is.

Elk boek werd in de middeleeuwen met de hand geschreven. Hierdoor duurde het erg lang voordat er één boek klaar was. Er werd dus maar één exemplaar van een boek gemaakt. En elk boek was op zich zelf dus uniek, omdat het erg veel tijd kostte om er meer te maken. Er was namelijk nog geen boekdrukkunst uitgevonden.

3.    Zoek in het fragment van Ridder metter mouwen een vers waaruit blijkt dat het de bedoeling van de schrijver was dat de tekst hardop zou worden voorgedragen.

Here Tristram, die goede. Regel 66

Opdrachten hoofdstuk 4

1.    Noteer kort wat in je opkomt bij het horen van de naam koning Artur.

Een verhaal over koning Arthur en de ridders van de ronde tafel. Tovenaar Merlijn. Veel avonturen.  Zoektocht naar de graal.

2.    Waarom worden Arturromans ook wel Keltische romans genoemd?

Omdat de verhalen over koning Arthur door de Kelten mondeling zijn overgedragen. Zij hebben dus het verhaal over Arthur van vader op zoon doorverteld en hierdoor is het uiteindelijk opgeschreven enkele jaren later. Het is dus eigenlijk een Keltisch verhaal.

3.    Hoe zijn de verhalen over Artur op het vasteland bekend geworden?

Doordat de Britse Kelten (de oorspronkelijke bewoners van Groot-Brittannië) terug gedreven worden door andere volkeren vluchtten sommigen van hen naar de Franse provincie Bretagne. Ook hier worden de verhalen over koning Artur verteld en zo komen de verhalen dus ook op het vaste land terecht.

Opdrachten hoofdstuk 5

1.    Zoek op Internet, in Encarta of een andere bron, informatie over Chrétien de Troyes. Schrijf iets over zijn leven, vermeld de titels van zijn teksten en ga in op de betekenis die hij heeft gehad voor de Arturroman.

Chrétien de Troyes was een Franse dichter en wordt als grondlegger van de Arthurroman beschouwd. Hij leefde van ongeveer van 1135 -1183. Eerst  woonde hij in Troyes waar hij als hofdichter van de hertogin van Champagne. Later werd hij dichter aan hof van Vlaanderen.  Hij schreef 5 arthurromans:
Érec et Énide, Cligès, Lancelot, Yvain en Perceval ou le conte du Graal.
Chrétien zette de trend van de Arthurromans en maakte het bekend in heel Europa.

2.    Leg uit waarom de verhalen over koning Artur en zijn ridders enorm populair waren aan de Europese hoven.

Doordat met het ten eerste herkende, het ging namelijk ook over koningen en ridders. Je las dus eigenlijk over ‘collega’s’. Ook was de hoofsheid een ideaal. Hier wilde men naar toe streven in het hof, en het was een middel om je te onderscheiden van de rest van de samenleving die niet zo’n goede levensstijl had. Ook bood het lessen in wenselijk gedrag.

3.    Leg in je eigen woorden uit wat registrale kunst betekent.

Registrale kunst is een vorm van kunst waarbij je door middel van het opnieuw koppelen en rangschikken van bekende dingen iets origineels of nieuws maakt.

4.    De middeleeuwse Arturromans lijken op onze detectives, thrillers of doktersromans. Verklaar deze bewering

Ook in onze romans komt liefde voor net als in de Arthur romans. Ook is er in beide soorten verhalen spanning en avontuur. Het zijn eigenlijk gewoon dezelfde soort verhalen alleen dan in een andere tijd geschreven, dus is het anders verteld en wordt er over andere dingen gesproken. Maar toch lijkt het erg veel op elkaar.

5.    Arturromans zijn spiegels van hoofsheid. Onder andere blijkt dit uit de pracht en praal aan het hof en de manier waarop de ridders en jonkvrouwen met elkaar omgaan. Ander kenmerk is dat het begin van een Arturroman vaak vaste elementen bevat. Lees het begin (vers 1 t/m 86) van de Ridder metter mouwen. Noteer:
·         Welke typische hoofse elementen het fragment bevat.
·         Welke stereotype beginkenmerken je herkent.

Er werd goed met elkaar omgegaan en men gedroeg zich netjes en hield zich keurig aan de regels.

6.      Lees de tekstpagina over de middelnederlandse Arturroman Ferguut en het fragment met het gesprek tussen Ferguut en de jonkvrouw Galiene. Geef antwoord op de volgende vragen:
  1. In het gesprek tussen Ferguut en Galiene is sprake van een miscommunicatie. Welke?
  2. Leg uit of Ferguut een hoofse ridder is die begrepen heeft wat de hoofse liefde inhoudt?
a.    Ferguut denkt dat Galiene een spelletje met hem speelt maar dat is niet zo.
b.    Nee, want als je een hoofse ridder bent mag je vrouwen niet kwetsen en dat doet hij nu wel want hij breekt het hart van Galiene.



7.    Rond 1100 liepen er op het Europese continent heel wat Waleweins en Arturs rond. Leg uit waar dat een aanwijzing voor is en waarom.

Zo leek het of zij afstamden van van de heldhaftige koning Artur. En zij dus van adel zijn. Ook lijkt het nu of zij afstammen van heldhaftige mensen waardoor hun aanzien groter werd.

8.    Welk ridderideaal wordt in de Graalromans gepropageerd? Zoek op, in Encarta, op Internet of een andere bron, met wat voor soort tochten de opkomst van dat nieuwe ideaal te maken heeft.

De boodschap is dat de vroegere ridderlijke waarden  ,dapperheid, hoofsheid hun langste tijd hebben gehad. En dat de keerzijde van het ridderschap aan de orde komt. Ook komt het geloof in beeld. De ridders zijn naast dapper en hoofs ook er gelovig en voelen zich dan ook aangetrokken tot god. Het heeft dus te maken met een nieuw ideaal en dat is dat men goed moet geloven en zich aan de regels van het geloof moet houden.

Opdrachten hoofdstuk 6

1.    Arturs Ronde Tafel leeft in onze tijd voort in het verschijnsel van de rondetafelconferentie. Leg uit wat dit verschijnsel te maken heeft met de Ronde Tafel uit de Arturverhalen.

Een rondetafelconferentie is een conferentie tussen gelijkwaardige partijen. De ronde tafel uit de arthurverhalen wordt gezien als gelijkheidsideaal in vergadering. Bij deze ronde tafel was iedereen gelijk. Men wilt dit dus ook bereiken bij een rondetafelconferentie.

2.    Heel wat plaatsen in Groot-Brittannië worden in verband gebracht met koning Artur. Op deze kaart zie je er een aantal. Stel, een club bekenden (vrienden, familie) vraagt jou - want inmiddels ben je Arturdeskundige - ze rond te leiden langs een aantal bezienswaardigheden waar de geest van onze legendarische koning nog rondwaart. Stippel deze route uit en besteed daarbij in elk geval aandacht aan de volgende plaatsen: Tintagel, Winchester, South Cadbury, Glastonbury, Dozmary Pool en Salisbury. Noteer in welk opzicht deze plaats verband houdt met koning Artur (wat is er te zien?) en schrijf over elke bezienswaardigheid kort wat toeristische informatie die je zou kunnen gebruiken tijdens een rondleiding. Om aan je informatie te komen kun je van Internet gebruik maken, maar bijvoorbeeld ook van reisgidsen over Engeland. Een hele mooie is die van Dominicus: In de voetsporen van koning Arthur, geschreven door Nicki Bullinga.

Tintagel: dit is de geboorteplaats van koning Arthur en heette toen Camelot. Er zijn nog prachtige ruines te bekijken. Voor de ruines van het kasteel waar koning arthur waarschijnlijk heeft geleefd is een enorme kloof te vinden. Toch kan men door een brug bij de oude ruines kijken.

Winchester: In het oude koninklijk paleis, de great Hall, is de ronde tafel van de verhalen van king arthur ondergebracht.

South Cadbury: ook van deze stad wordt gezegd dat het kasteel van koning arthur hier heeft gestaan

Glastonbury: Hier zou de heilige graal van het verhaal hebben gelegen.

Dozmary Pool: bij dit meer zou koning arthur het heilige zwaard de excalibur gekregen hebben.

Salisbury: ook hier hebben de verhalen van koning arthur zich afgespeeld.








maandag 28 mei 2012

Leesverslag ´De aanslag´ Harry Mulisch


Leesverslag ´De aanslag´ Harry Mulisch





Onderwerp



Het boek ´de aanslag´ gaat over de tweedewereldoorlog en de wat voor gevolgen dit had op de hoofdpersoon genaamd Anton Steenwijk. In deze oorlog verliest hij zijn familie op zeer jonge leeftijd, dat raakt me heel erg. Om op jonge leeftijd je ouders en broer kwijt te raken en hierdoor bij je oom en tante op moet groeien. Ik vond het erg interessant om te lezen hoe hij de oorlog en voornamelijk de laatste winter van de oorlog had beleefd, en wat er als gevolg van deze oorlog gebeurde met Anton. Normaal trekt het onderwerp oorlog in een boek mij niet erg, maar toch vond ik dit een erg mooi boek. Vooral ook omdat het op sommige stukken spannend is en het vooral een onderwerp is dat je laat meeleven met de hoofdpersoon.

Dit onderwerp zette me ook erg aan het denken, vooral het einde van het boek waarin het duidelijk wordt wat er precies die verschrikkelijke avond gebeurd. In het einde werd namelijk duidelijk dat er in de straat waar Anton woonde Joden ondergedoken zaten, dat zette me aan het denken. Iedereen wist dat als dit bekend zou worden je hiervoor vermoord zou worden het was dus een groot risico. Dat mensen hun eigen leven waagden voor anderen zette me dan ook aan het denken. Had ik dat ook gedaan in die tijd? En waarom wel of niet? Dit was niet het enige dat me aan het denken zette, eigenlijk zette het hele boek me aan het denken. Want hoe was het om te leven in de oorlog en hoe was het om op zo’n jonge leeftijd je ouders te verliezen. Het boek heeft dan ook een grote indruk op mij gemaakt.



Gebeurtenissen



‘de aanslag’ is verdeeld in vijf verschillende episodes en een proloog. Per episode vindt eigenlijk één belangrijke gebeurtenis plaats. Dus er zijn in totaal vijf belangrijke gebeurtenissen waar het boek om draait. Ik vind dat een goed aantal, want het zijn eigenlijk vijf hoofdgebeurtenissen waarover uitgebreid wordt verteld en een aantal kleine gebeurtenissen die eigenlijk onder de grote gebeurtenissen vallen. En omdat je zo mee leefde met de hoofdpersoon vond ik het een goed aantal gebeurtenissen.

Omdat het een verhaal is dat gaat over de oorlog en de nasleep ervan is het vooral een spannend verhaal. In het verhaal komt Anton pas op latere leeftijd te weten wat er nou precies gebeurd is en waarom dat gebeurd is. Doordat het allemaal om een geheimzinnig dood van de NSB’er Fake Ploeg draait, die gedood is door iemand op de stoep van de buren van Anton. De buren hebben Ploeg toen, voor de deur van het huis van Anton neergelegd zodat zij er niets mee te maken zouden krijgen. Zonder dat Anton het zelf eigenlijk wilt is hij toch bezig met het oplossen van het raadsel rondom de dood van Fake Ploeg, dat maakt het spannend.



Personen



De personages die in het boek voorkwamen waren levensecht, want ze hadden gedroegen zich als een mens die je zo op straat tegen kan komen. Er was alleen wel een verschil tussen de levensstijl van de mensen in het boek en hoe wij nu leven. Dat komt natuurlijk omdat het boek zich afspeelt van ongeveer 1944 t/m begin jaren ’80. Er is dus een verschil in cultuur, maar dat maakt de personages juist levensecht omdat ze zich gedragen naar de tijd waar ze in leven.

Ook kon ik me goed inleven in het verhaal en de personages. Ik begreep goed waarom de personen deze keuzes gemaakt hadden, natuurlijk had ik sommige dingen wel anders gedaan. Maar ik kan wel begrijpen waarom de persoon dat op die manier deed. Ik vind dat de schrijver de personen ook erg goed en helder omschreven heeft, hierdoor wordt het boek ook veel spannender om te lezen.



Opbouw



Ik vind dat het verhaal erg goed geschreven is, hierdoor leest het ook erg vlot. Natuurlijk zitten er wel lastige stukken tussen maar je komt goed door het verhaal heen. Het is voor het lezen van het boek dan ook een slimme keuze geweest van de schrijver om het boek op te delen in episodes. Dit maakt het verhaal sneller leesbaar doordat het zelf ook in stukken verdeeld is. Ook doordat er een proloog in het verhaal zit, weet je al door dat te lezen wie de hoofdpersoon is en op welk tijdstip je in het verhaal valt. Aan het eind wordt ook duidelijk waar het motto aan het begin van het boek op slaat. Je ziet dus ook dat er over het motto nagedacht is.

De afloop van het verhaal vond ik erg verassend, want eigenlijk werd in het eind duidelijk wat er precies gebeurd was in het verhaal en waarom bepaalde personen zo gehandeld hadden. De buurman, die in het boek als eerst als slecht persoon werd gezien, werd door het eind ineens een goede man, met goede redenen voor wat hij gedaan had. Daarom vond het ik het een zeer verassend maar ook zeer goed einde van het verhaal wat mij ook zeer aan het denken zette.



Taalgebruik



Over het algemeen vond ik het verhaal goed leesbaar, en was er een goede duidelijke manier van vertellen. De zinsopbouw van het verhaal was dan ook goed, natuurlijk waren er stukjes bij die iets moeilijker waren maar als je dit een keer extra doorlas begreep je het wel. Soms moest ik een wat moeilijker woord even opzoeken om de zin te begrijpen maar dat kwam maar een enkele keer voor. Dit was vooral om woorden op te zoeken die in deze tijd niet meer gebruikt worden, het boek is tenslotte ook al rond de 30 jaar geleden geschreven en het is dus logisch dat er wat ouder taalgebruik in voor komt.

Er is één fragment uit het boek dat ik zeker onthouden heb en dat is het fragment op het eind, waarin Anton Karin tegenkomt zijn vroegere buurmeisje. Hij is in die tijd al vader van twee kinderen en is eigenlijk de oorlog al voor het grote deel vergeten. Er is één vraag waar hij altijd al antwoord heeft willen hebben maar nooit iemand gevonden had die hem dat antwoord kon geven totdat hij Karin tegenkwam. Hij wilde van haar weten waarom Karin en haar vader het lichaam van de neergeschoten Fake Ploeg bij hen en niet bij de andere buren hadden neergelegd. Waarop zij antwoordde dat al bezig was het lichaam naar de andere buren te verplaatsen totdat haar vader zei dat het lichaam naar het huis van Anton verplaatst moest worden omdat er in het huis van de andere buren joden ondergedoken zaten. Niemand in de straat had dat ooit geweten en ook niet verwacht van die buren en daarom vind ik het een erg mooi fragment dat het verhaal heel mooi afsluit.











Beknopte verhaalanalyse en beoordeling
Titel: De Aanslag
Auteur: Harry Mulisch
Verschijningsjaar: 1982
Subject
Uitwerking
Inhoud
Na het verlies van zijn ouders en zijn broer probeert Anton een zo gewoon mogelijk leven te leiden. Toch wordt hij telkens weer geconfronteerd met de verschrikkelijke gebeurtenis en komt erachter hoe het werkelijk gegaan is en waarom het hem overkomen is.
Thema
De gevolgen van een gebeurtenis in de tweede wereld oorlog die nu nog steeds effect heeft op de rest van het leven van de hoofdpersoon.
Motieven
 - Het verliezen van je familie
 - waarheid boven water halen
- het effect van je jeugd op de rest van je leven.
Personen
 Anton Steenwijk: verliest op jonge leeftijd zijn familie aan de gevolgen van de tweede wereld oorlog in de rest zijn leven komt hij er achter wat er precies is gebeurd en waarom dit hem is overkomen.
Historische tijd en ruimte
Het verhaal is verdeeld in 5 episodes:
1945
1952
1956
1966
1981
En het verhaal speelt zich af in 2 steden:
Haarlem en Amsterdam
Titelverklaring
onderschrift
De aanslag op een NSB’er vlak voor het huis van Anton heeft veel gevolgen voor de rest van zijn leven
Verteller
Je ziet het verhaal vanuit het hoofd van Anton, maar niet het is geschreven in de 3e persoon
Genre
Roman
spanning
-De dood van Fake Ploeg
-Het uitvinden van de moordenaar(s) van       Fake Ploeg
- het uitvinden van de waarheid achter de dood van Fake Ploeg
Stijl
Goed en vlot geschreven, er wordt vooral veel medelijden gewekt. Wat het een erg mooi verhaal maakt
Waardering in recensies
Het verhaal wordt door critici zeer aangeprezen
Persoonlijke waardering
Ik vind het een erg mooi verhaal, en goed geschreven ik geef een 8 als waardering




vrijdag 27 april 2012

Verwerkingsopdracht 2


Verwerkingsopdracht 2

Literatuur opdracht 2

Zowel de schilder en het meisje van Margriet de Moor als Een schitterend gebrek van Arthur Japin zijn historische romans. De moor koos voor haar roman voor een auctoriale vertelinstantie, Japin koos voor een ik-vertelinstantie. Welke vertelinstantie heeft jouw voorkeur?
Schrijf een beschouwing van ongeveer 250 woorden waarin je de romans van De moor en Japin wat betreft gekozen vertelinstantie met elkaar vergelijkt en jouw voorkeur beargumenteerd naar voren laat komen.

Bij de ik-vertelinstantie, zoals in het boek Een schitterend gebrek van Arthur Japin, kan je alleen de gedachten lezen van de hoofdpersoon. De hoofdpersoon is ook de ik –verteller, je komt dus uitgebreid de gedachten van de hoofdpersoon te weten. In een boek met een auctoriale vertelinstantie zoals De schilder en het meisje van Margriet de Moor kom je door de verteller gedachten van meerdere mensen te weten, alleen lang niet zo uitgebreid als bij de ik-vertelinstantie. Dit zie je ook terug in beide teksten. Ik vind ook dat je bij een verhaal met de ik-vertelinstantie je beter kunt inleven in het verhaal, dat komt omdat je hetzelfde ziet als de hoofdpersoon. Hierdoor kan je de gedachten van de hoofdpersoon beter begrijpen. Bij de auctoriale vertelinstantie wordt meer over algemene dingen verteld, je kan je wel inleven maar moeilijker omdat je het vanuit een ander perspectief ziet dan de hoofdpersoon. Dat had ik ook bij het lezen van de fragmenten van beide boeken, bij Een schitterend gebrek kon ik me sneller en meer inleven, dan bij De schilder en het meisje. Maar bij een auctoriale vertelinstantie krijg je meer andere informatie, dus niet alleen maar informatie van de hoofdpersoon. Bij een auctoriale vertelinstantie wordt er ook gesproken over de gedachten van de andere personages in het boek, omdat de verteller zelf buiten het verhaal staat. Het is dus geen personage in het boek zoals bij de ik- vertelinstantie. Dat maakt het betrouwbaarder. Maar over het algemeen gaat mijn voorkeur toch naar de ik-vertelinstantie. Dat komt doordat ik me dan beter kan inleven in het verhaal, dat maakt het voor mij leuker om te lezen.
                                                                  
                                                                                                   Marsha Killian 4c